Mijn vader Hubert van Hove zit samengepropt met 200 dwangarbeiders in Lager Hengstermann, een feestzaal achter de gaststätte. Op een van zijn eerste dagen in Dingden gaat hij heel brutaal naar het dorpscafé tegenover de kerk. Daar bestelt mijn vader een biertje met het vijfmarkbiljet dat hij van de Duitsers heeft ontvangen voor zijn ‘Schanzarbeit’. Als mijn vader vertelt over zijn barre reis naar Dingden, bemerkt hij dat de nazipropaganda duidelijk effect sorteert onder de plaatselijke bevolking.
“Een van hen vroeg mij of ik geen partizaan was. Hij zei dat hem dat verteld was. Al die Hollanders zijn terroristen. Die hebben op onze jongens geschoten. Ik legde uit dat ‘partizanen’ door de Duitsers werden neergeknald en dat die niet in de gelegenheid werden gesteld om in een Duits dorpscafé een gemoedelijk gesprek te voeren met de plaatselijke bevolking. Gelukkig kwamen op dat moment enkele andere Lagerbewoners het café in, die bevestigden wat ik had verteld. “
Hubert van Hove – Reis naar het einde

De Duitse stamgasten zijn heel ontdaan door het reisverhaal van mijn vader. Ze kunnen het bijna niet geloven.
“Maar nog konden de Duitse stamgasten ons verhaal nauwelijks geloven; ze waren heel ontdaan. Een oude ijzervreter zei dat de Duitse jongens aan het front het ook niet zo best hadden. En die vochten voor de vrijheid van Europa. Ook voor de vrijheid van de Hollanders.
Toen greep de caféhouder in. Hij wilde geen politieke gesprekken in zijn café. Eigenlijk had hij maar liever dat wij weggingen en niet meer terugkwamen. Hij zei dat hij niets tegen Hollanders had. Daar had hij altijd hele prettige contacten mee gehad. Maar hij wilde geen last met de Gestapo.”
Hubert van Hove – Reis naar het einde

Lager Hengstermann lag aan het kerkplein in Dingden. In de jaren zestig is de gaststätte met feestzaal afgebroken. Tegenover de kerk staat nog steeds het oude dorpscafe dat nu Le Café Crème heet.
