Twee ‘Hunderdschaften’ Rotterdamse dwangarbeiders sliepen op de grond in Lager Hengstermann in Dingden. Er waren geen matrassen. En sanitaire voorzieningen ontbraken vrijwel geheel.
“Door het gebrek aan hygiëne had al gauw bijna iedereen schurft. Zodra ik de eerste symptomen hiervan bij mezelf bespeurde haastte ik mij naar dr. Vossenberg. Die gaf mij een pot zwavelzalf, waarmee ik mezelf flink moest insmeren. Maar er braken ook andere ziekten uit. Velen hadden last van diarree, en vertoonden uitdrogingsverschijnselen”.
Hubert van Hove – Reis naar het einde

In het boek van mijn vader ‘Reis naar het einde’ valt op te maken dat dr. Vossenberg een groot aantal dwangarbeiders afkeurt met de diagnose “tuberculose”. Met die term heeft de Duitse dokter het meeste succes bij de Gestapo. Daarmee verkrijgen deze patiënten het zo fel begeerde ‘Entlassungsbefehl’ van de Gestapo. Een groot aantal Rotterdammers mag terug naar huis met de diagnose “tuberculose”.
Na de oorlog schrijft dr. Vossenberg een brief aan mijn vader.
Citaat uit de brief:
“Graag zou ik alle Rotterdammers die door mij uit het ziekenhuis zijn ontslagen nog eens terugzien. De meesten van hen werden ontslagen vanwege tuberculose. Het waren er ongeveer 350, want dat werkte het beste bij de Gestapo. Vaak, heel vaak, protesteerde de Gestapo over de vele ontslagen, en hebben mij bedreigd. Maar ik ben blij dat ik zo velen naar huis heb kunnen sturen. Groet ze allemaal hartelijk van mij. Ik wens u allen een spoedig herstel van uw ’tuberculose’. Maar ik ben ervan overtuigd dat het snel na ontslag al genezen was.”

Dr. Vossenberg werkte in het St.-Josef-Krankenhaus. Hoewel gemarkeerd met een rood kruis op het dak, werd het ziekenhuis tijdens de luchtlandingsoperatie ‘Varsity’ eind maart 1945 getroffen door bommen. Mijn vader heeft na de bevrijding van Dingden nog een maand geholpen met het opruimen van de puinhoop.
“Wij hebben naar beste vermogen geholpen met het weer in orde brengen van het ziekenhuis. Hierbij ademden wij veel stof in, waardoor we keelpijn kregen en onze stem tijdelijk kwijtraakten. Alle kamers moesten stuk voor stuk worden schoongemaakt. Er moesten dakpannen op het dak worden gelegd, waarbij ik hielp met aangeven. Er moesten gaten worden dichtgemaakt in de muren. De zusters waren zeer actief en werkten wel vijftien uur per dag.”
Hubert van Hove – Reis naar het einde
Dr. Vossenberg, die zijn Rotterdamse patiënten graag terug had willen zien, is in 1964 overleden. Twee van zijn kleindochters uit Duitsland zijn op 10 november 2023 aanwezig bij de onthulling van het Razzia Monument in Rotterdam.
