Waarom geven onderwijsadviseurs geen les?

De kwaliteit van het onderwijs in Nederland loopt al jaren terug. De Onderwijsinspectie stelt in de Staat van het Onderwijs 2023 vast dat leerlingen en studenten nog steeds hun opleiding afronden met taal- en rekenniveaus die niet voldoende zijn om zich te kunnen redden in de maatschappij. Deze dalende lijn van onderwijskwaliteit staat in schril contrast met de explosieve stijging van het aantal onderwijsadviseurs in Nederland. Het aantal onderwijsadviseurs nam toe van 17 duizend in 2006 naar 61 duizend in 2021! Waarom geven al deze deskundigen geen les?

Deze vraag heb ik gesteld op Twitter. Daar werd de tweet ruim 58.000 maal bekeken met meer dan 1200 interacties en 77 antwoorden.

Hieronder volgen enkele reacties:

‘Onderwijsadviseur verdient beter.

Na 25 jaar voor de klas ben ik er ook helemaal klaar mee. Teveel frustratie. Altijd tekort schieten, weinig tot geen waardering. Te grote klassen, veel problemen, gezagscrisis etc.’

Zie het al decennialang om me heen gebeuren – met respect voor ieders vrije keuze – beetje leraar verlaat het onderwijs om kennis en competenties in te zetten in een job met ‘status’, lees ‘meer autonomie’ en inkomen.

Omdat leerkracht/docent zijn een bijzonder veelzijdig en moeilijk beroep is, maar niet als zodanig wordt gewaardeerd. Langs de kant staan en zeggen hoe het moet levert minder werkdruk en meer salaris op.

De teneur van de reacties is duidelijk; onderwijsadviseurs hebben hogere verdiensten, meer aanzien, betere arbeidsvoorwaarden en minder werkdruk. De explosieve groei aan onderwijsadviseurs heeft echter niet gezorgd voor meer onderwijskwaliteit. Integendeel, de kwaliteit van het onderwijs daalt steeds verder. Uit het vorige week verschenen rapport PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) blijkt dat de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen gezakt is onder het Westers gemiddelde. De combinatie van de dalende onderwijskwaliteit en het groeiend aantal onderwijsadviseurs levert deze bizarre grafiek op.

Bron: PIRLS 2023 en CBS 2022

Taboe

Het lerarentekort in Nederland is een groot en groeiend probleem. Momenteel is er naar schatting een tekort van 9.700 fte. Dat is 9,5% van de totale werkgelegenheid voor leraren. Maar er lijkt een taboe te liggen op de oorzaak van het lerarentekort. De Rijksoverheid komt in de ‘Aanpak lerarentekort’ niet verder dan het noemen van verschillende redenen: er komen niet genoeg leraren bij, veel oudere leraren gaan met pensioen en er is krapte op de arbeidsmarkt (Ministerie OCW).
Jacqueline Bulterman doorbreekt het grote taboe in onderwijs met haar onlangs verschenen boek ‘Het lerarentekort, pleidooi voor vakmanschap‘. Zij beschrijft de ‘gespleten kennisinfrastructuur’ in het onderwijs; de wetenschap (kennisontwikkeling) opereert gescheiden van het vakmanschap (handelen). Het belangrijkste werk in het onderwijs heeft de laagste status.

Presentatie Jacquelien Bulterman op het ministerie van OCW (23-3-2023).

Bulterman stelt de volgende oplossing voor. Dienstverleners die al in het onderwijsveld werken gaan voor tenminste 10% van hun tijd ook lesgeven. Met de parttime inzet van dit bestaande leger van deskundigen kan volgens Bulterman een flink aantal lesuren gevuld worden en ontstaat er ruimte om samen te leren op de werkvloer. De kwaliteit van leraren neemt toe. De kwantiteit ook, want onderwijsadviseurs geven ook les. Leraren worden binnen de nieuwe kennisinfrastructuur zelfbewuste, creatieve professionals die hun eigen beroepskennis ontwikkelen. Volgens Bulterman verandert hierdoor de neerwaartse spiraal in een opwaartse spiraal. ‘Het is weer fijn om in het onderwijs te werken‘.

De nieuwe kennisinfrastructuur kan een belangrijke impuls geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Maar dit zal niet lukken zonder een verbetering van de arbeidsomstandigheden. De urennorm voor leraren moet omlaag naar tenminste het gemiddelde in Europa (Van Hove, 2023). Anders blijven leraren in Nederland de lesboeren van Europa en zal de onderwijskwaliteit verder dalen.

Bron: PISA-2018